Het moet stilaan de tiende keer zijn dat ik Sophia live gezien heb, zaterdag in de AB. Sophia, voor de leek, is geen zangeres, maar het alter ego van de Amerikaanse treurwilg
Robin Proper-Sheppard met telkens een reeks gastmuzikanten. Sophia is dus eigenlijk een éénmansproject, maar zaterdag in de AB stonden er wel 10 muzikanten op het podium.
Robin Proper-Sheppard is een goede muzikant, en kan zijn bandleden kennelijk ook goed kiezen. Zaterdag kwam Proper met een uitstekende band op de proppen, waaronder het reeds eerder opgevoerde strijkkwartet, maar voor de rest waren het vooral nieuwe gezichten.
Ook Propers "muze", zijn ex en alweer huidige vriendin - kan je nog volgen ? - de Schotse muzikante
Astrid Williamson, was van de partij. We waren niet echt onder de indruk van blonde Astrid. Ze stond wat aan knopjes te draaien, zong hier en daar wat stereotiepe backing vocals en gordde af en toe een gitaar om, maar dat was nauwelijks hoorbaar tussen de 4 andere gitaren.
Wie hoopte op een gitaarrock-feest, kwam dus alweer bedrogen uit. Al jaren heeft RPS zijn imposante gitaarrock verleden bij The God Machine van zich afgeschud; alleen occasionele noisefestijnen als het briljante bisnummer
Down to the River refereren nog naar dat luidruchtige verleden. En dat is jammer. Want de man kan rocken als de beesten, dat heeft hij 5 jaar geleden nog bewezen met de Stooges-achtige nummers op People are like Seasons.
Maar de man wordt ouder, is een bezadigde veertiger geworden met een dochter van 12 en schudt nu al een decennium vooral ballads uit zijn mouw. Zie de man nooit solo akoestisch, want dan zou de kans weleens bestaan dat je het concert geeuwend verlaat, zoals Shamrockske steevast beweert. In het verleden heeft
Don Peit al gedreigd hem voor die uitspraken in beton te gooien, maar sinds Shamrockske sponsor is van Hund i snor ligt dat toch niet meer voor de hand. En bovendien moeten we toegeven dat de geeuw inderdaad om de hoek loert, ware het niet dat Propper zijn
sad songs nu presenteert met een ruime selectie muzikanten, wat al bij al een rijk kleurenpalet oplevert en de geeuw tempert.
De AB was niet uitverkocht, en 5 jaar geleden, ten tijde van People are like seasons, zijn beste album, speelde hij nog twee avonden naeen voor een uitverkochte AB. Een veeg teken. Fans ( van zijn gitaarrock ) lijken af te haken en dat is niet eens ten onrechte.
Muzikaal blijft Proper degelijk materiaal afleveren ( hoewel er op het nieuwe album maar drie echt goede songs staan namelijk Portugal, Storm Clouds en het titelnummer), maar tekstueel verdrinkt hij in puberaal zelfbeklag ( wat als veertiger redelijk pathetisch wordt ) en een armoede aan thema's. Proper is duidelijk geen Bob Dylan, Randy Newman of Nick Cave. Al zijn songs zijn nogal navelstaarderig opgebouwd rond het minuscule universum van de man, zijn demonen, en zijn liefdesverdriet of - geluk. En dat kan nogal
boring worden. Zaterdag straalde hij vooral geluk uit, wat zich uitte in een ergerlijke reeks bindteksten waarin hij immer zijn liefde betuigde aan zijn muze, blonde Astrid dus. Astrid zelf stond er wat onwennig bij, en de overige bandleden keken gênant weg bij al dat pathetische gedoe.
'Astrid fainted today after eating a croissant'. Dat soort boeiende verhalen kregen we in de maag gesplitst.
Of neem nu de tekst van "Something" op de nieuwe CD
"There are no goodbyes". Something is een duet met zijn muze, en volgens Proper zelf één van zijn sterkste nummers. Zelden echter zo'n puberale tekst gezien - de tekst tussen haakjes wordt nota bene gezongen door zijn Astrid ...
I'm jealous (you're jealous )And possessive ( and possessive )NeuroticInsecureAnd obsessive ( insecure and obsessive )I ain't muchWhat's half of nothing ?I never felt like I was something ( but you're something )And I know that I ain't easy ( You ain't aisy)When you're only trying to please me ( I'm only trying to please you )And I know that I ain't easy ( You ain't easy )But I love youOh I love you(En nu komt het ergste)
And that's gotta mean somethingYeah that's gotta mean somethingWhen nothing means anythingWhen nothing means anythingDoesn't anything mean something ? ( Geeuw )
en bla bla bla ...
De mannen van
Mogwai, de vaandeldragers van de instrumentale gitaarrock, zeggen met enige zelfkennis : als je geen goede teksten kunt produceren, moet je die gewoon achterwege laten. They have a point.
Platen over stukgelopen relaties zijn zo cliché en zelden boeiend. De enigen die daar met brio in geslaagd zijn, zijn Lou Reed ( Berlin ), Bob Dylan ( Blood on the tracks ) en Fleetwood Mac ( Rumours ). OK, misschien ken ik nog een paar meesterwerken van het liefdesverdriet niet, het genre van de country even buiten beschouwing gelaten. Maar als ik lees dat
Ron Wood een plaat plant over zijn stukgelopen huwelijk begint mijn maag spontaan te rommelen.
Zeker als ouder wordende rocker moet Robin Proper-Sheppard zich ernstig herbronnen. Hij kan overwegen om of instrumentaal te gaan, of terug te keren naar de bron ( wilde gitaarrock ) of en vooral, andere inspiratiebronnen voor zijn teksten zoeken dan zijn zielige zelf, anders zou het weleens Goodbye Sophia kunnen worden.
Don't get me wrong, the man is still a nice guy, maybe more than ever. Op de laatste song van de nieuwe plaat Portugal zingt hij zelf
I decided today I'm gonna be a better person. No it's never too late to change. Spot on, Robin !
Er zijn nog steeds een pak
die hard fans van Sophia, waaronder één die tijdens het concert tot tweemaal toe riep 'You're a genius'. Zo'n blinde, belachelijke idolatrie is niet meer aan ons besteed.